Richtlijnen kaders begroting 2022 van de gemeenschappelijke regelingen
In het Beleidskader zijn de beleidsuitgangspunten en doelstellingen vastgelegd over regionale samenwerkingsverbanden. De nota verbonden partijen is een uitwerking hiervan. Deze nota stelde de gemeenteraad op 23 juni 2015 vast. Spelregel 4 van de nota bepaalt dat ‘jaarlijks in november de deelnemers van de gemeenschappelijke regelingen richtlijnen aan de verbonden partij stuurt waarop de beleidsmatige en financiële kaders gebaseerd dienen te worden’.
In de financiële richtlijnen 2022 is bij richtlijn 3 en 4 een trendbreuk te zien in vergelijking met vorige jaren.
- Met richtlijn 3 willen we inzicht krijgen in doel en looptijd van de reserves van de gemeenschappelijke regelingen (GR), zodat de gemeenteraad nut en noodzaak van de reserves kan beoordelen.
- Met richtlijn 4 dagen we gemeenschappelijke regelingen uit om te komen tot een inhoudelijke discussie. In vorige jaren werden CAO ontwikkelingen en inflatie op grond van de richtlijnen doorgerekend in de gemeentelijke bijdrage. Met deze richtlijn 4 dienen GR’en voor 2022 deze verhogingen in de eigen begroting op te vangen, zodat de gemeentelijke bijdrage gelijk blijft. Met een gelijkblijvende gemeentelijke bijdrage leiden de CAO ontwikkelingen en inflatie tot een tekort in de begroting van de GR. Dat tekort kan eigenlijk alleen worden opgelost door uit de reserve te putten of bepaalde taken niet of op een ander niveau uit te voeren. Gemeenschappelijke regelingen moeten in hun kaderbrief aangeven welke opties er zijn. De deelnemende gemeenten kunnen daarin dan een keuze maken. Die keuze kan zijn om bepaalde taken niet uit te voeren of op een ander niveau. Die keuze kan ook zijn om een hogere bijdrage te accepteren.
Hieronder leest u de financiële richtlijnen.
- Van het Dagelijks Bestuur (DB) van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) wordt verwacht dat zij een structureel financieel-sluitende meerjarenbegroting 2022-2025 aanbiedt aan de deelnemers. De gehanteerde begrotingsuitgangspunten door de GR dienen in de begroting 2022 van de GR inzichtelijk te worden gemaakt. In de begroting 2022 dient een overzicht te worden opgenomen met de meerjarige bijdrage (2022 t/m 2025) per deelnemer.
- De begroting dient te worden opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Dat wil zeggen dat geen nieuwe taken of uitbreiding van bestaande taken in de primitieve begroting mogen worden opgenomen, tenzij dit eerder door het Algemeen Bestuur is besloten.
- De begroting bevat een overzicht met het verloop de reserves. In dit overzicht is te zien wanneer en voor welk bedrag per jaar de reserve wordt ingezet. Ook bevat dit overzicht een toelichting waar in het doel van de reserve wordt omschreven.
- De begroting 2022 dient te worden opgesteld op basis van een gelijkblijvende gemeentelijke bijdrage ten opzichte van het begrotingsjaar 2021. Als dit leidt tot beleidsmatige keuzes dienen deze aangegeven te worden in de kaders voor de begroting 2022.
Voor de meerjarenbegroting 2022-2025 dient deze gelijkblijvende bijdrage voorlopig als uitgangspunt genomen te worden. - Een positief resultaat vloeit terug naar de deelnemers. De GR kan hiervan afwijken; hiertoe dient het DB een expliciet en gemotiveerd voorstel tot resultaatbestemming voor te leggen aan het Algemeen Bestuur van de GR.
- In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is aandacht voor de risico’s door deze te kwantificeren, te prioriteren en de beheersingsmaatregelen te benoemen.
Voor de gemeenschappelijke regelingen Regio West-Brabant (RWB), de Veiligheidsregio (VR), de Omgevingsdienst (OMWB), Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) West-Brabant, Regionale Ambulancevoorziening (RAV), West-Brabants Archief (WBA), het Werkvoorzieningschap (WVS) en het Werkplein nemen we ook beleidsmatige richtlijnen op.